Aalst - N411 - Baardegem

Projectomschrijving

Jaar van uitvoering

2016 - ...

Opdrachtgever

Stad Aalst

Ligging

Baardegem-Dorp en Margrietstraat in Baardegem

Fase

3
Ligging
Afbeeldingen
16-BAA-N411-0382.JPG
IMG_4213.JPG
16-BAA-N411-0348.JPG
Kaart
Kaart
Omschrijving

Stad Aalst plant te Baardegem de heraanleg van de N411, vanaf het kruispunt met de Rampelberg in het westen tot de grens met Vlaams-Brabant in het oosten. Deze heraanleg valt uiteen in twee aspecten: de wegenis en omgevingsaanleg en de rioleringswerken. Gelijkaardige werken zullen gebeuren in de Margrietstraat die in het dorpscentrum uitgeeft op de N411.

Ten behoeve van het bekomen van een bekrachtigde archeologienota in kader van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag is een bureaustudie uitgevoerd dewelke resulteerde in een vooronderzoek volgens uitgesteld traject. Om het archeologisch potentieel van de plaats te kunnen inschatten zijn er nog verschillende proefputten te worden aangelegd.

Tijdens het proefputtenonderzoek is het uitbraakspoor van de kerkhofmuur, zoals afgebeeld op de Poppkaart en de Atlas der Buurtwegen aangetroffen. Deze afbraak gebeurde grondig waardoor van de muur en het aanpalende kerkhof niet of nauwelijks iets bewaard is gebleven. Wel wijst de aanwezigheid van enkele greppels mogelijk op een oudere en iets ruimere afbakening van de begraafplaats. Zo is er ten minste één grafkuil buiten het uitbraakspoor van de kerkhofmuur aangetroffen. Deze grafkuil oversnijdt bovendien een paalkuil. 
Naast deze sporen zijn er verder ook verschillende kuilen, karrensporen en wegverhardingen aangetroffen. Deze dateren tenminste uit de volle middeleeuwen. De aanwezigheid van verschillende tegulae is hiervoor een aanwijzing. Daarnaast zijn er bij het proefputtenonderzoek geen aanwijzingen (bv.: grachten) aangetroffen die wijzen op afbakeningen/structuren zoals die zouden geïnterpreteerd kunnen worden op basis van de kadastrale gegevens zichtbaar op de Atlas der Buurtwegen en de Poppkaart. Voorlopig lijkt dit dus eerder een recent gegeven te zijn, en geen relict van een oudere situatie.  
Het proefputtenonderzoek nabij de kerk bracht duidelijke archeologische sporen aan het licht. Sporen van begraving zijn echter amper vastgesteld. Gelet op de geplande werken kan het aangetroffen archeologisch erfgoed niet in situ bewaard worden.

Uit de opgraving in Baardegem blijkt dat het middeleeuwse kerkhofareaal groter is geweest dan de recentste begrenzing van het kerkhof en dat het werd afgebakend door een gracht. In de postmiddeleeuwse periode verkleint de begraafplaats stelselmatig en is ze afgebakend door een muur in natuursteen. In totaal zijn 42 begravingen onderzocht. Deze zijn te dateren van de postmiddeleeuwen (16de – 18de eeuw) tot in de volle middeleeuwen (10de - 12de eeuw). De meeste bijzettingen zijn gebeurd in een kuil zonder kist. Een fysisch antropoloog zal na onderzoek van de skeletten meer informatie kunnen verschaffen over de datering, leeftijd, geslacht en eventuele doodsoorzaak. 

Tussen de begravingen zijn ook verschillende paalsporen ontdekt. Zes zogenaamde ‘paalkuilen’ overspannen een lengte van ca. 15,6 meter. Samen vormen ze de zuidelijke zijde van een groot gebouw. Mogelijk gaat het om een woonhuis of zelfs om een houten voorloper van de huidige kerk. Verder onderzoek zal meer inzicht geven in de datering en functie van deze sporen aan de voet van de kerk in Baardegem.