Ninove - Beverstraat

Projectomschrijving

Jaar van uitvoering

2018 - 2021

Opdrachtgever

Logo Ninove

Ligging

gebied tussen de Beverstraat en de Kaardeloodstraat.

Fase

4
Ligging

Afbeeldingen
P1000727.JPG
P1000801.JPG
P1000953.JPG
P1000481 (1).JPG
P1000701.JPG
P1000720.JPG
De Deyn.jpg
Ferraris.jpeg
Foto Beverstraat 19.jpg
IMGP0900.JPG
Omschrijving

De stad Ninove wenst een groene doorsteek te creëren tussen de Beverstraat en de Kaardeloodstraat. Daarvoor wordt eerst de huidige bebouwing gesloopt en de verharding uitgebroken. De opengemaakte ruimte wordt vervolgens ingericht als groene doorsteek.

Het bureauonderzoek toonde aan dat er een hoog potentieel is op het aantreffen van archeologische sporen binnen het projectgebied. De archeologische, historische en cartografische gegevens wijzen op de interessante locatie, die sinds de 11de en 12de eeuw en mogelijk reeds vroeger deel lijkt uit te maken van de oude bewoningskern. Het westelijk deel van het projectgebied heeft mogelijk lang als onbebouwde tuin bestaan, doorsneden van noord naar zuid door de Beverbeek. Het bureauonderzoek werd aangevuld met een proefputtenonderzoek, wat aantoonde dat in het tuingedeelte en het bebouwde deel aan de Kaardeloodstraat het potentieel voor archeologische kennistoename binnen het gabarit van de werken nihil is.
Daarentegen kunnen ter hoogte van het huis aan de Beverstraat wel archeologische lagen bewaard zijn, die bij de geplande werken eventueel net wel/net niet kunnen geraakt worden. In deze zone wordt werfbegeleiding geadviseerd in het programma van maatregelen. De woning dateert uit de 19de eeuw, maar het is in principe mogelijk dat (delen van) deze woning misschien nog op een oudere structuur terug gaan. Bijkomend zal daarom de sloop van het huis begeleid worden, zodat eventuele bovengrondse sporen van historische bebouwing, mochten deze nog aanwezig zijn, kunnen geregistreerd worden.

Tijdens de werfbegeleiding zijn er sporen teruggevonden van de 12de tot de 20ste eeuw. De opgegraven restanten toonden aan dat er meer dan 900 jaar onafgebroken bewoning is geweest op de locatie. De opgraving liet toe om de evolutie te volgen in de manier van bouwen in laatmiddeleeuws en (vroeg-)modern Vlaanderen. Aangezien verschillende woningtypes op dezelfde opgraving in een chronologische sequentie kunnen gestoken worden, laat dit toe om de evolutie van deze gebouwtypes nauwer te dateren. Daardoor kan dit onderzoek ook op ruimere regionale schaal bijdragen tot de studie van laatmiddeleeuwse huizen.
De oudste lagen uit het onderzoek zijn zgn. ‘zwarte lagen’ uit de 13de-begin 14de eeuw. Boven deze lagen ligt een dik pakket lemen vloeren uit de 14de eeuw. Afgezien van het pakket lemen vloeren bewijst ook de vloer in baksteen van een centrale haard dat er met zekerheid woningen gestaan hebben op het perceel. De lemen vloeren worden afgedekt door een brandlaag die dateert tussen 1450-1550. Deze brandlaag was zo’n 40-50 cm dik en is over heel de site teruggevonden. Deze laag weerspiegelt een omvangrijke brand die de bewoning op het perceel, en wellicht daarbuiten, heeft vernield.
Na deze brand start men met de bouw van een nieuwe woning. Dit is de eerste fase waar muur- en kelderresten aan te koppelen zijn. Deze fase wordt ook afgedekt met een brandlaag die dateert tussen 1580 en 1625. Waarschijnlijk is deze laag terug te brengen op de dramatische brand in Ninove in het jaar 1603. In dat jaar legde er een grote brand een aanzienlijk deel van de stad in as.
Na de brand van 1603 gebeurde de heropbouw van de woning slechts deels in baksteen (= fase 2). Van deze woning zijn een zware gefundeerde muur met muurhaard en een kelder teruggevonden. Deze fase dateert na de brand, aan het begin van de 17de eeuw. De kamer waarin de grote haard stond, was voorzien van een keramieken tegelvloer in een diagonaal patroon. De aanpalende kamer had wellicht enkel een lemen vloer.
In een volgende fase (= ‘Fase 3’) wordt de bestaande woning afgebroken en volledig vervangen door een woning in baksteen. De fundering van de muren wordt een stuk zwaarder en breder. Aan de achterzijde van de woning wordt een grote diepe kelder uitgegraven. Ook de muren van de voorbouw zijn betrekkelijk zwaarder en dieper gefundeerd dan deze uit de voorgaande bouwfases. De bouw van deze fase is in de loop van de 17de eeuw te situeren, zonder dat het geweten is waarom men de vorige woning afbrak. Misschien is dit wel te linken aan de verordening uit 1617 waarin men de mensen verplichte om de huizen in baksteen op trekken? De bouw in baksteen uit fase 3 is tot het moment van afbraak in 2020 de basis gebleven voor de woning.